Blaas je mee?
Bellenblaas maak je van afwasmiddel, suiker en water. Maar wat gebeurt er als je te veel of te weinig zeep in het water doet?
Doelgroep
Groep 5, 6
Lesdoel
De kinderen maken een potje bellenblaas en onderzoeken met welk mengsel je de beste bellen kan blazen.
Kerndoel 45
De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren (Producten).
Materiaal
- Potjes van 40 ml (bijvoorbeeld bij de apotheek verkrijgbaar)
- Water
- Kannen
- Suiker
- IJzerdraad (niet te dun, niet te dik)
- Knijptangetjes om ijzerdraad om te buigen
- Glitter
- Theelepels
- Afwasmiddel
- Plastic roerstaafjes
- Etiketten, stiften (eventueel)
- Kranten of vuilniszakken om de tafels mee te bedekken
Testen
- Laat de kinderen eerst in groepjes testen wat de beste bellenblaas is.
- Daarvoor moeten ze drie bekers met water vullen.
- Eerst testen ze (met een roerstaafje) of ze met het water bellen kunnen blazen (antwoord: nee).
- Daarna voegen ze per beker een halve theelepel, een hele theelepel en twee theelepels afwasmiddel toe. Ze testen (met een roerstaafje) welk mengsel de beste bellen maakt. De uitkomst schrijven ze op. Te veel en te weinig afwasmiddel zorgt voor minder mooie bellen.
- Ze kunnen ook nog testen wat er gebeurt als je een beetje suiker bij het mengsel doet (mooiere bellen).
Bellenblaas maken
- Dan gaan de kinderen in groepjes een goed mengsel voor bellenblaas maken. Ze gieten daarvoor water in een kan en voegen genoeg afwasmiddel toe om mooie bellen mee te kunnen blazen.
- Ze verdelen het mengsel over de potjes (soms wat hulp bij nodig).
- Daarna mogen ze wat suiker en glitters in het mengsel strooien (let op dat niet het hele potje vol wordt gegooid).
- Het deksel mag op de potjes. Een raampje wordt gemaakt van ijzerdraad. Dit is voor kinderen lastig, doe het daarom eerst voor en biedt hulp waar nodig.
Let op: Er zijn speciale tangetjes waarmee je ijzer kunt buigen. Te hard of dik ijzerdraad kunnen de kinderen moeilijk buigen. Te dun prikkeldraad kan voor pijnlijke wondjes zorgen. Voorzichtig dus!
Ten slotte maken de kinderen een etiket voor op het potje. Bijvoorbeeld met hun naam in gekleurde letters.