Juf Sacha
‘Leerkracht ben ik geworden, omdat ik het fijn vind met kinderen te werken. Kinderen zijn zo open en ontvankelijk en daar geniet ik dagelijks van. Daarnaast vind ik het belangrijk en plezierig om kinderen iets bij te brengen.
Lente, zomer, herfst, winter
Ik houd van lesgeven in alle seizoenen. Behalve op die hele donkere dagen. Het fietsen in het donker heen en terug. Maar het heeft niets met het lesgeven te maken, want dat doe ik het hele jaar door met veel plezier. Ik sta voor een onderbouwgroep. De seizoenen en de veranderingen in de natuur spelen heel erg in de beleving van een kleuter. Of we nou in de lente bloemetjes en beestjes vinden op het schoolplein, bladeren en kastanjes verzamelen in de herfst, stukken ijs laten smelten in de winter of een watergevecht houden in de zomer…het heeft allemaal zijn charme!
Ik ben een vrolijke, creatieve en gevoelige juf. Vind het belangrijk dat alle kinderen zich prettig voelen in de groep, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Elke keer als een kind 4 wordt mag hij de dag daarna voor het eerst naar school. De klas verandert daardoor het hele jaar door. De nieuwe kinderen vinden het meestal heel erg spannend. De eerste periode durven ze nog niet zoveel te vertellen in de kring. Er zitten ook 6-jarigen in de klas. Dat is een groot verschil qua leeftijd en ontwikkeling. Het creëren van een veilige sfeer vormt daarom de basis.
Waardering
De mooiste onderwijsmomenten zijn voor mij de momenten waarop ik waardering voel. Van mijn collega’s, wanneer we blij zijn dat we weer iets voor elkaar hebben gekregen. Wanneer we elkaar steunen als er iets vervelends aan de hand is. Van de ouders, als er weer een schooljaar goed is afgerond. En van de kinderen als zij zich fijn voelen en dat uiten op eigen wijze. Ik geef les met liefde en het voelt goed wanneer je dat terug krijgt.
Ik geef les op een OGO-school. We werken in thema’s waarbij de ontwikkeling en beleving van het kind centraal staan. Ik kies zelf of samen met de kinderen een thema voor een periode van 6 tot 8 weken. Eerst kijk ik met de klas wat we al weten over het thema. Dan kijken we wat we te weten willen komen. Tijdens de themaweken proberen we hier antwoord op te krijgen.
Dierentuin
Op dit moment is het thema in mijn groep ‘de dierentuin’. We hebben dus een dierentuin gebouwd. Langzaamaan wordt die steeds meer uitgebreid. Knuffeldieren worden van thuis meegenomen. Er worden hokken gebouwd. Het spel wordt verder uitgediept door als juf zelf mee te spelen en er in de kring over te praten. Er moet een kassa komen, kaartjes, een winkeltje, een dierenarts, bordjes met ‘verboden te voeren’, ‘verboden voor hondjes’ enzovoort. De kinderen verzinnen dit allemaal zelf.
Er wordt rauw vlees geknutseld om aan de leeuwen te voeren. Vlinders worden gemaakt voor in de vlindertuin. Vlinder-zoek-kaarten worden gemaakt waar alle vlinders op staan. De vlinders krijgen vervolgens een naam. Die er weer bij gestempeld wordt.
Spelhoek
De belangrijkste hoek in de klas is de spelhoek. Daar speelt het kind de echte wereld na. Maar ook de andere hoeken worden ingezet tijdens het thema. Bij het winkeltje hebben we het over geld maken en afrekenen. Er wordt een lijst gemaakt met prijzen. In de bouwhoek wordt een kleine dierentuin gebouwd. Talloze reken- en taalactiviteiten zitten zo verweven in het spel.
Spelend leren is heel belangrijk in het OGO onderwijs. Net als betekenisvolle activiteiten waarbij de kinderen betrokken zijn. Om de betrokkenheid nog groter te maken doen we ook een klassen-uitje in het thema of nodigen we iemand uit in de klas. Zo zijn we naar de dierentuin geweest. En hebben we het konijn van een kind uit de klas een ochtendje op bezoek gehad.
Verteltafel
Zelf vind ik de verteltafel de mooiste hoek. Wanneer ik een mooi prentenboek vind, dan lees ik dit voor. Een aantal keer, op verschillende manieren. De ene keer voorspellend, de andere keer alleen met de plaatjes, enzovoort. Het prentenboek moet wel aan wat eisen voldoen. Er moet bijvoorbeeld meer dan 1 persoon in voorkomen.
Dan knutselen we het decor van het boek op de tafel helemaal na. Met kleine blokjes en poppetjes kunnen de kinderen het verhaal zelf naspelen. Het is de bedoeling dat de kinderen de taal uit het boek echt oppikken en er zinnetjes uit gebruiken.
Na een tijdje mag de verteltafel veranderd worden. Door bijvoorbeeld een nieuw verhaal te verzinnen met de kinderen. Of zelf een boek te schrijven. Of door de kinderen een verhaal te laten ontwerpen door begin, midden en eind van het verhaal te tekenen.’
Benieuwd naar de verteltafels van Sacha? Neem een kijkje:
Sacha de Groot geeft les in groep 1-2 i van basisschool De Achthoek in Amsterdam, een OGO school.